Projectbeschrijving 2017

EEN MILJOEN BOMEN

een project voor de boeren en voor alle bewoners v/m van de 22 dorpen in de Jalihal regio in de deelstaat Maharashtra in India

februari 2018

Samen met Yerala Projects Society (verder genoemd YPS) werkt Stichting Jalihal sinds 2004 aan projecten voor 750 vrouwen, die kasteloos zijn of behoren tot de laagste kaste. Ze zijn weduwe of door hun man verlaten en dat betekent in de Indiase scene dat ze geen kansen krijgen om hun levensstandaard te verbeteren. We hebben al enkele honderden vrouwen kunnen helpen, o.a. met een naaimachineproject en een geitenproject. Een vrij groot kippenproject zal in 2018 succesvol worden afgesloten. Ook loopt vanaf oktober 2017 een project om een klein aantal vrouwen aan een stenen huis te helpen, zodat zij met hun kinderen fatsoenlijk en veilig kunnen wonen.

Centraal staat bij Stichting Jalihal het bestrijden van de kloof tussen arm en rijk. Dat heeft de keuzes bepaald van de projecten die we tot nu toe hebben uitgevoerd. YPS heeft in de gehele regio een uitstekende reputatie verworven en ook Stichting Jalihal wordt in de 22 dorpen van ons werkgebied vertrouwd. Dat komt onder meer omdat we, ook bij grote tegenslagen, onze doelgroep trouw zijn gebleven en met aangepaste projecten de grootste nood konden lenigen.

Met het bomenproject vergroten we, na 14 jaar, onze actieradius om problemen structureler te kunnen aanpakken. We gaan een vorm van samenwerking aan met enkele duizenden kleinschalige boeren. We verbinden ons aan een project dat 6 jaar in beslag zal nemen. We voelen daarmee wel een grote verantwoordelijkheid. We vinden echter dat deze stap nu gezet moet worden:

  • De klimaatverandering treft de Jalihal regio bovengemiddeld. Toenemende droogte dwong ons al tot een noodproject in 2011-2012, om honger vóór te blijven.
  • Het is duidelijk dat onze doelgroep geen structurele vooruitgang kan boeken als in de regio geen positieve ontwikkelingen plaats vinden.
  • De boeren maken zich zorgen om de toekomst en zien dit project als een reële kans om het tij te keren. Alle betrokkenen staan achter de aanpak waarvoor nu is gekozen.

Het plan is dat vijf jaar achtereen 1.000 boeren 1 acre (63 x 63 meter) gebruiken om er 200 bomen en struiken op te planten en die gewassen gedurende 5 jaar intensief te verzorgen: 5 x 1000 = 5.000 x 200 bomen/struiken = 1 miljoen bomen/struiken

Deze 5 jaar worden vooraf gegaan door een pilot: in juni 2018 planten in elk van de 22 dorpen vijf boeren 1 acre aan met 200 bomen/struiken. Ook voor deze 110 proefvelden geldt de afspraak van intensieve verzorging. De vrouwen van onze oorspronkelijke doelgroep worden aangemoedigd om aan het project mee te doen. Er zijn twee voorwaarden die voor hen gelden:

  • Ze moeten beschikken over grond, waarop aangeplant kan worden. Het gaat bij particulieren om een aanplant van 20 tot 30 bomen en struiken, die samen een goed geheel vormen.
  • Ze moeten kunnen aangeven dat ze, met een redelijke mate van zekerheid, de jarenlange intensieve verzorging van de gewassen op zich kunnen en willen nemen.

Als het nodig is worden alle kosten voor deze deelneemsters betaald uit de fondsenwerving. Tijdens de pilot zal duidelijk worden hoe die kosten hiervan ongeveer zullen zijn. Voor deze deelneemsters zal een afzonderlijke begroting worden gemaakt en ook een aparte administratie worden gevoerd; die zullen worden opgenomen in de projectbeschrijving van het jaar 2019, het eerste jaar na de pilot.

De opzet van dit project is niet nieuw. Tien jaar geleden hebben enkele boeren, in samenwerking met YPS, rond hun huizen 200 bomen en struiken geplant en er de eerste vijf jaar intensief voor gezorgd. Rond deze boerderijen heerst nu een aangenaam micro klimaat. Er wordt fruit geoogst, deels voor verkoop en deels voor eigen consumptie. Er zijn bladeren van bomen en struiken als voedsel voor de dieren en er zijn het jaar rond kruiden beschikbaar, voor eigen gebruik en voor verkoop. In de schaduw van de aanplant gedijen de dieren beter en nieuwe, jonge aanplant wordt geteeld en na enkele jaren verkocht met goede marges.

 

De belangrijkste vraag: is het mogelijk om in dit droge gebied succesvol bomen en struiken aan te planten als voldoende water niet te garanderen is? Het antwoord: Garanties geven voor gewassen is “de goden verzoeken”. Toch is de vraag realistisch te beantwoorden. Als er geen extreme droogte plaats vindt in de komende 5 tot 10 jaar zal 70 tot 80 procent van de aanplant aanslaan. Hoe droger het wordt hoe kleiner dit percentage zal uitvallen. Maar ook bij extreme droogte zal een percentage van 40 tot 50 procent gehaald worden. Dat is in de praktijk gebleken bij initiatieven in de regio, die met krachtig en vakkundig beleid zijn uitgevoerd. Ook bij de laagst genoemde score zullen de boeren, ook na afloop van het project, blijven aanplanten om het gewenste resultaat te behalen. Het zal dan langer duren maar het gewenste resultaat zal dan worden gehaald. Het beleid moet de voorwaarden scheppen om de opzet te doen slagen. Hieronder ziet u hoe het beleid voor dit grote project is georganiseerd.

Maar eerst nog even dit: De regio is heel arm. Toch hebben veel mensen grond. Die is niet vruchtbaar en zit vol met (soms heel grote) stenen, maar daar kan aan gewerkt worden. Die braakliggende gronden vormen een omvangrijke reserve, al is die niet eenvoudig te verzilveren. Die gronden vormen het basiskapitaal van dit project.

Het beleid:

  • Er wordt gewerkt met een pilot van 5 proefvelden in elk van de 22 dorpen. Voorbereiden van de bodem start in februari 2018, in juni 2018 worden de acres aangeplant. In november/december 2018 wordt geëvalueerd. Van daar uit wordt het beleid voor 2019 vastgesteld.
  • Een deel van de aanplant wordt opgekweekt op de proefboerderij die al jaren lang succesvol agrarische voorlichting geeft aan de boeren.
  • Twee biologen, Dr. Patil en Dr. Jamadagni zijn in 2016 met pensioen vertrokken van hun universiteit. Zij hebben op zich genomen om dit grote project te begeleiden en ze hebben daar zichtbaar plezier in.
  • Aan onze kant hebben wij vier mensen bereid gevonden ons te adviseren bij dit project: Petra Souwerbren (landschapskunde en duurzaamheid), Piet de Jongh (chemicus), Jos van Ooijen en Ger van den Oetelaar, beiden bioloog.
  • YPS stelt een coördinator aan voor dit project en drie veldwerkers. Zij worden bijgestaan door 6 vrijwilligers waardoor het contact met de boeren en de rapportage optimaal zullen zijn
  • In dit project wordt gewerkt met ABSORBER. Dat is een meervoudig actieve eiwitverbinding die 100 tot 300 x het eigen gewicht aan water kan vasthouden gedurende lange tijd. Door het toe te passen hoeven de boeren niet elke paar dagen water te geven, maar één of enkele keren per maand (afhankelijk van het seizoen en de hitte). In absolute zin bespaart absorber ook water omdat er geen verdamping is. Absorber wordt onder de grondoppervlakte gebracht; dáár wordt ook het water vast gehouden. Op de proefboerderij is uitgeprobeerd hoe absorber moet worden gebruikt. Absorber is biologisch afbreekbaar.
  • Er wordt, ook in dit project, gewerkt met drip-irrigatie. Er is in Jalihal al jarenlange ervaring mee opgebouwd. Dat bespaart ongeveer 85 tot 90 procent aan water.
  • Er worden workshops georganiseerd voor alle deelnemers aan het project. Er wordt goede voorlichting gegeven en er wordt op gelet dat iedereen (leesvaardig of niet) de materie begrijpt.
  • Elke deelnemer krijgt een handleiding mee naar huis. Hoe te handelen als er zich onbekende dingen voordoen, als er plagen dreigen, als er bomen of struiken zijn die zich niet of ongewenst ontwikkelen, enz. Ook bij de handleiding is rekening gehouden met de verschillende graden van leesvaardigheid.
  • Er wordt veel aandacht besteed aan het vruchtbaarder maken van de bodem. Er wordt gewerkt met organische mest, met compost en met extra vezels van andere gewassen om dat doel zo snel mogelijk te bereiken.
  • Een watertank van duizend liter voor iedere boer is onderdeel van het project. Op deze tanks worden de drip-irrigatie-systemen aangesloten.
  • Heel belangrijk is dat de twee doctoren, de coördinator, de veldwerkers, de vrijwilligers en de staf van YPS zelf intensief leiding geven en monitoren.
  • Elke boer investeert zelf, deels in arbeid en deels in geld, ca. € 156,-. We kunnen er dus veilig van uit gaan dat de boeren zich optimaal zullen inspannen om tot resultaat te komen.
  • Het is de bedoeling dat na de pilot ook aangeplant zal worden op openbare ruimten, die door het dorpsbestuur worden verzorgd en op terreinen rond scholen en tempels. Door de betreffende instanties zal jarenlange intensieve verzorging van de aanplant moeten worden gegarandeerd.
  • De acres voor het pilotproject worden zo gekozen dat ze in de nabijheid van waterreservoirs liggen.
  • Informatie vooraf heeft ons geleerd dat donoren van verschillende aard in principe positief staan ten opzichte van een bomenproject voor deze regio.

 

Als rond enkele duizenden boerderijen, boerderijtjes en woonhuizen in de regio als het ware kleine oases ontstaan is het project geslaagd. Voor alle agrariërs is dan duidelijk dat het mogelijk is om hun uitgangspositie fundamenteel te verbeteren. Aansluitend ontstaat dan ook de mogelijkheid om, op velerlei gebied, hogere opbrengsten te realiseren van veel verschillende teelten.

Het spreekt vanzelf dat de boeren met elkaar gaan overleggen hoe ze hun toenemende productie zo goed mogelijk kunnen verhandelen. Ze zullen op verschillende gebieden gaan samenwerken en zo zullen er ook coöperaties gaan ontstaan. Middels coöperaties krijgen boeren dan ook toegang tot krediet bij banken. Zo kan dit project aan de basis staan van opschaling van de agrarische activiteit in de Jalihal regio.

Daarmee komen we toe aan de belangrijke constatering uit het Rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid “Minder pretentie, meer ambitie” (2010): In elke regio, die redelijk tot ontwikkeling is gekomen, is het de agrarische sector geweest die aan de basis heeft gestaan.

In : “Manual for Drought Management” in december 2016 uitgegeven door het “Ministry of Agriculture & Farmers Welfare” in New Delhi is op pagina 114-115 te lezen dat Agro Forestry een probaat middel is in het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid en het bestrijden van schade die door droogte en de daarbij behorende hevige regens wordt veroorzaakt.

We hebben met veel mensen gesproken tijdens ons bezoek aan Jalihal in februari 2017. Wij zijn heel veel kwaliteit tegen gekomen. Dit project wordt gedragen door mensen die, vanuit verschillende vakgebieden, werkelijk inzetten op dit project. Het is dan ook met veel vertrouwen dat wij dit project aan u voorleggen.

Ger van den Oetelaar, een van onze adviseurs, vroeg ’t zo: “Wat is er klaar als het klaar is”.

  1. Er groeien een miljoen bomen/struiken
  2. Het micro klimaat is sterk verbeterd
  3. De gezondheid van de bevolking neemt toe
  4. De actiebereidheid ook
  5. De bodemvruchtbaarheid verbetert in belangrijke mate
  6. De kans op het aantrekken van regen is reëel toegenomen
  7. De samenwerking in de regio wordt beter
  8. Door de bevolking breed gedragen watermanagement komt dichterbij
  9. Andere dorpen in de omgeving zullen op vergelijkbare wijze gaan werken. Dit brengt geen concurrentie: elke deelnemer versterkt juist het totaal
  10. Er worden veel mensen in de Jalihal regio een stukje gelukkiger

Huub Bosse
voorzitter Stichting Jalihal


U treft bij deze brochure de volgende bijlagen aan:

  • Het uitvoeringsplan
  • Budget pilot – hiervoor vragen wij u nu om een financiële bijdrage
  • Beknopt budget 5 jaar – te zien als een raming van de kosten voor de 5 jaar die op de pilot volgen
  • Lijst van gewassen, met foto’s. Deze selectie is gemaakt door Dr. Jamadagni en Dr. Patil. Het betreft soorten die van oudsher thuis horen in de regio en die, eenmaal geworteld, kunnen gedijen in de klimatologische omstandigheden

Wij zullen snel reageren als u vragen heeft. Als u er prijs op stelt: wij komen graag een presentatie verzorgen. Het handigste is als u ons daarvoor een mail stuurt: info@jalihal.nl of belt: 0599 639 543